Malaria enzo

Ik weet het nog goed.. ik begon het enorm koud te krijgen, hoofdpijn, spierpijn en ik bleef maar over geven..  ik werd gelijk meegenomen in de auto op weg naar het ziekenhuis. Daar prikten ze bloed en hoorde ik de uitslag. ‘You’ve got malaria’. En dat was de eerste keer malaria in vier jaar tijd. Er volgde nog vier keer malaria, waarbij koorts, flauwvallen, dagen geen licht kunnen verdragen en weken slap voelen deel waren. Als ik mijn moeder belde dacht ik dat ik haar nooit meer terug zou zien, zo ziek voelde ik mij, maar dan toch wist ik diep in mijn hart dat ik niet zou sterven aan malaria want ik was geroepen voor vier jaar Oeganda.

In 1999 vertrok ik naar het prachtige Australië. Ik deed een Bijbelschool van een half jaar en daarna reisde ik een half jaar rond en werkte ik op verschillende plekken. Het was een groot avontuur. Op de Bijbelschool leerde ik fantastische mensen kennen. Waarbij er vriendschappen ontstonden voor het leven. Maar het allerbelangrijkste: ik leerde God kennen. Ik geloofde niet omdat mijn ouders mij dat hadden ‘opgelegd’, ik geloofde omdat God Zijn goedheid en genade aan mij had getoond. En ik nam het aan. De mooiste beslissing van mijn leven.

Na de Bijbelschool begon mijn avontuur alleen. Iemand bood mij haar gele autootje aan waardoor ik gemakkelijker op plekken kon komen. En zo reisde ik regelmatig 8-10 uur van plaats naar plaats. Het enige dat ik soms zag waren dode kangoeroes langs de kant van de weg. Ik had wat adresjes gekregen in Sydney, Melbourne en Cairns. Dus begon ik in Melbourne. Daar kreeg ik werk in een koffie en thee huis. Van daaruit vertrok ik naar Sydney, waar ik werk kreeg in een snoepfabriek. En daarna reisde ik door naar Cairns waar ik als tuinder aan de slag kon en later bij een appelkwekerij. Iedere Australiër, die ik ontmoette, was ontzettend gastvrij en behulpzaam.

Terwijl ik werkte en op verschillende plekken sliep mocht ik de mensen over mijn Heer en Heiland vertellen. Ik was vol van de Heere Jezus en waar het hart vol van is daar stroomt de mond van over. Aan de laatste weken van mijn ‘Australië-avontuur’ gekomen besloot ik op een basis van jeugd met een opdracht te verblijven.

Een Oegandese man deed open. Het was al laat dus ik kreeg gelijk een  bed toegewezen. De volgende dag bleek dat deze Oegandese man en zijn vrouw hier Bijbelschool leiders waren en dat ze twee prachtige kinderen hadden. Ik bracht veel tijd met ze door.

Omdat mijn tijd terug naar Nederland naderde, vroeg ik de Heer wat Hij met mijn verdere leven wilde. Kort daarna kreeg ik iedere keer in mijn gebed een beeld. Ik zag mijzelf werken op een houten dak met Oegandese mensen.  Na een tijdje vroeg John, de Oegandese man, wat ik in Nederland ging doen. Waarop ik hem mijn beeld vertelde. Hij riep gelijk: ‘Come to my wife, come to my wife.’ Aangekomen bij haar (Esther) vertelde ik haar mijn beeld waarop zij vertelde dat God haar een droom had gegeven waarin zij op een houten dak zat met blanke mensen. Ze legde uit dat zij na deze tijd in Australië een kinderdorp wilde bouwen voor wezen. En ze dacht dat God er misschien wel een internationaal project van wilde maken. Ik was perplext. Wilde God dat ik met deze mensen een kinderdorp voor weeskinderen zou gaan oprichten? Ik? Die helemaal geen bijzondere liefde had voor kinderen? Toiletten schoonmaken okay maar met kinderen werken? Ik vroeg de Heer of Hij mij enthousiast wilde maken als dit echt Zijn idee voor mijn toekomst zou zijn. En ja hoor! Ik werd enthousiast. Maar als je mij een beetje kent dan weet je dat ik snel enthousiast wordt, dus ik was nog niet overtuigd. Dus bad ik: ‘Heere God als U echt wilt dat ik in Oeganda ga werken wilt U dan in een stem tot mij spreken?’ Na dit gebeden te hebben begon er een zomerkamp, van een paar dagen, waarbij ik zou helpen. We deden verschillende activiteiten op het strand en luisterden naar Bijbelstudies van verschillende sprekers. Aan het einde van het zomerkamp was ik uiteraard mijn gebed vergeten. Maar God niet. Ik zat naar de Bijbelstudie te luisteren toen ik opeens een stem hoorde: ‘Priscilla ik wil dat jij met John en Esther gaat werken’. Het was luid en duidelijk en ik dacht dat iedereen het had gehoord. Ook wist ik meteen dat het God was dus antwoorde ik: ‘hoelang Heere?’ Waarop ik de stem opnieuw hoorde: ‘vier jaar.’ Ik keek rond en het werd mij al snel duidelijk dat niemand anders deze stem had gehoord.  Alleen ik.  Dus stelde ik de volgende vraag. ‘Wilt U dit woord bevestigen door deze Bijbelstudie-leraar heen?’ En God was zo genadig en trouw om dat te doen. De man die de Bijbelstudie leidde eindigde met te bidden voor de mensen die dat wilden. Ik sprong uiteraard gelijk op. Zijn profetische woorden zullen mij altijd bij blijven: ‘je bent geroepen om naar een ander land te gaan, maar mensen uit jouw eigen land zullen zeggen dat je niet moet gaan. Maar je zult gaan. Je bent standvastig net als Timotheus.’

En dat woord kwam uit. Mensen probeerden mij tegen te houden, maar ik bleef zeggen dat God had gesproken. En in 2012 ging ik voor vier jaar naar Oeganda. En na twee jaar zat ik op dat houten dak met Oegandezen om mij heen. Gods Woord kwam uit.

En zo waren de jaren in Oeganda een prachtig avontuur, ontzettend leerzaam maar niet gemakkelijk.

Armoede zien, went nooit. Geconfronteerd worden met kinderen die uit gezinnen waren ontvoerd en mishandeld door het leger van Kony was afschuwelijk. Wekelijks stierven er bekenden aan malaria of aan het HIV-virus. De afgrijselijke corruptie was zo onrechtvaardig. Op een dag werd een goede bekende vermoord met een schroevendraaier waarvan ik het bloed nog uit zijn lijf zag gutsen bij aankomst. Van heel veel leed was ik getuige en dat was soms ondragelijk.

Maar ik mocht ook heel veel bemoedigingen ontvangen. In tegenstelling tot alle nood, mocht ik ook grote wonderen van genezing en zelfs een opstanding uit de dood zien. Ik mocht een kerk leiden, Bijbelstudies in gevangenissen geven en de gevangenen in contact brengen met de Heere Jezus. Door grote Nederlandse giften konden we eten kopen voor de armen en medicijnen voor de zieken. En  konden we weeskinderen onderdak bieden. Ook ontstonden hier prachtige vriendschappen.  Ik kreeg veel bezoek. Mijn beste vriendin kwam zelfs twee jaar helpen. Ze was voor mij en het project tot grote zegen. Regelmatig kwamen er vrijwilligers helpen. En zo kan ik nog wel even doorgaan…. Ik mocht zoveel van God ontvangen om weer uit te kunnen delen. Wat een voorrecht was dat!     

Waar ik jou eigenlijk mee wil bemoedigen is dat God bestaat. Dat Hij spreekt en dat Hij trouw is. Soms snappen we geen snars van dit leven en maakt het ons onzeker. Maar Hij is daar! Hij heeft het allemaal in Zijn hand. Niks gaat aan Zijn aandacht voorbij.

En toen ik voor de vijfde en laatste keer malaria kreeg. Wel tien kilo afviel, me zwak voelde… kwam deze tekst tot me: ‘ik wil de Heere te alle tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond.’ Psalm 34:2 Hem prijzen dwars door alle onzekerheid, pijn en moeite heen hielp mij om rechtop te blijven staan en positief te blijven in ondraaglijke situaties. Ik hoop jou ook. Er is altijd een sprankje hoop in iets te vinden. Wonderen bestaan nog steeds. Ik ben er het bewijs van.

 

 

6 reacties op “Malaria enzo

  1. Lieve Pricsilla, dank voor je getuigenis! Dat je in veel onrecht hebt gediend om Zijn rechtvaardigheid en Zijn Genade te weerspiegelen door je gehoorzaamheid en trouw naar Hem! Dank je wel voor je getuigenis! Ik ben diep ontroerd van Zijn leven door jouw heen. Dank je wel.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.